Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En alle man, bij wien [19]gevonden werd hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten[haar], en roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, die brachten ze. 19. Dat is, was, gelijk Esth.1:5; Mal.2:6. Alzo ook, er is geen bedrog in zijn mond gevonden; dat is, er was geen bedrog in zijn mond.